Van lichte ochtendnevel naar opschroevende zon

Discussie over Waarnemingen!
Foto's voor het Forum kunt u mailen naar: beheer@avifaunagroningen.nl

Moderator: hdelange

Locked
User avatar
Harm
Vogelaar
Vogelaar
Posts: 4
Joined: 13 Mar 2008, 00:00

Van lichte ochtendnevel naar opschroevende zon

Post by Harm »

Groningen, februari 2008
Van lichte ochtendnevel naar opschroevende zon
Door: Harm Jansen

Het scharnieren van de vliegende deur had me sinds vrijdagmiddag niet los gelaten. Toen had ik de Haliaaetus albicilla twee keer in vlucht gezien vanuit de vogelhut bij het Friese Veen. De hut zat vol met “birders”. De verhalen van vorig jaar kwamen los. Van het jongetje dat de grootte van de deur wel wat tegen vond vallen. “Ik had gedacht dat het wel donker zou worden, als hij aan komt vliegen.” Van de jachtmethodiek van deze vogel, zoals hij vorig jaar de smienten de stuipen op het lijf joeg en met de klauwen vooruit vanaf de oever op visvangst ging. Dit smaakte naar meer.
Zaterdag had de nachtvorst zijn werk gedaan. De plas was slechts op enkele plekken ijsvrij. In de wakken zwommen wintertaling, smient, grote zaagbek, nonnetje, wilde en andere eenden. Het ijsvogeltje zocht nog andere plekken. Het vloog van de ene naar de andere oever, metallic blauw heen, daarna licht roestig oranje terug, bijna door het kijkgat van de hut, doch vliegensvlug afbuigend. Deze dag moesten we het met de scharnierende deur van de hut doen.
Zondag was het “crowdy” in het Friese Veen. “Heeft u iets gezien?” Zo werd vandaag waarschijnlijk iedereen met een kijker om de nek aangesproken. waarneming.nl had een melding van de zeearend om 8.30 uur. De jonge mensen, die me aanspraken, hadden de roofvogel zelf nog niet gezien. Ze stelden me vragen over andere vogels. “Zijn dat grote of middelste Zaagbekken, die we hier zien?” Mijn ervaring en kennis opgedaan in de IVN/Avifauna-cursussen kwamen me goed van pas. Leuk dat ook jongeren oog voor de arend en andere natuur hebben. Ik vertelde dat geduld een schone zaak is, en dat ze voor de zeearend misschien wel tot de schemering moesten wachten. Wie weet had de vogel het Veen wel verlaten en was hij nu in een zoekvlucht op jacht in omliggende polders. Er is geen peil op te trekken. “Tot 5 uur wachten, bekijk het maar.”, zei een vriendin tegen haar wederhelft. Ik wenste ze succes en vertrok naar de hut. Hier was het een gaan en komen van mensen.

16.30 uur. Ik zit heel even, misschien 3 of 4 minuten alleen op het middenbankje in de hut. Van links zie ik in een flits een aalscholver achtervolgd, jawel door de zeearend! De arend glijdt in vooraanzicht, de deurhelften licht geknikt, aan de uiteinden een plankje loshangend.
De aalscholver landt met een angstkreet op het ijs, zijn hals gelijk wendend opdat zijn vlijmscherpe snavel in stelling wordt gebracht. De arend laat zijn landingsgestel in de vorm van een paar gigantische gele klauwen naar voren gericht naar beneden. Net als de aalscholver schiet ook hij door op het ijs. Beide zitten niet goed genoeg achterop zou mijn schaatsleraar zeggen. De aalscholver is echter zelf ook zo glad als een aal. Behendig weet ie supersnel te draaien, op te stijgen en vliegend te ontkomen. De zeearend wendt in slowmotion, als een zware hovercraft, wel de lange vleugels inklappend, zo niet de klauwen, dit zijn niet zijn klapschaatsen, maar eerder zijn supergele zonbeschenen Friese doorlopers, waarmee hij even op het ijs van het Friese Veen staat, zijn beoogde prooi heel even met een reusachtige gele gesloten snavel nakijkend. Dan “hovert” hij met krachtige trage slagen de lucht in, wegvliegend in een boom. Dit was nou wat je noemt “Birds dancing on ice”. Ik zit met open mond in de hut. De adrenaline heeft zijn werk gedaan. Ik wil gelijk wel naar buiten lopen, om mensen van mijn waarneming op de hoogte te stellen. Lang hoef ik niet te wachten. Er komt een gezin met kinderen binnen. Ik kan wijzen op de boom, waarin hij zit. We zien eigenlijk een grote vlek. De moeder vindt het jammer dat er in de hut geen plaatje van de zeearend hangt. Bij het vertrek verwijst ze haar kinderen naar het internet.
Tot half zes is het een gaan en komen van dagjesmensen en vogelaars. De vliegende deur scharniert nog een aantal keren over de plas, de aalscholvers als een zwarte vlokkenwolk uit de bomen jagend.

’s Avonds besprak ik mijn waarneming met vogelvriend Nico. “Jij eerst Harm”. Wis en waarachtig Nico had de zeearend ook op een aalscholver zien jagen. Hij had zijn waarneming van 8.30 uur op avifaunagroningen.nl gezet. Ook deze was superspectaculair, met nijlgans en kraai als bewaker van de aalscholver! Ook hij had zijn beeld met superlatieven en beeldspraak beschreven.
Hoewel geen foto gemaakt zal mijn beeld van “Birds dancing on ice” ingelijst in de omgeving van het Friese Veen altijd op het netvlies blijven liggen.

Aangestoken door de ochtendverhalen van Nico was ik vanochtend om 8 uur weer ter plaatse. De weermannen hadden gisteren dichte “dook” voorspeld. Toen ik om 5.30 uur uit het raam keek was daarvan gelukkig geen sprake. In de lichte ochtendnevel zag ik een vredig tafereel van 5 reeën foeragerend in een weiland. Vanaf de uitspanning voor de botenverhuur liep ik naar de hut, begeleid door het roffelen van de spechten, de fietspomp- en belgeluidjes van de mezen en de zang van een roodborstje. Vanuit een weiland vloog een groep koperwieken in een boom. Vlak voor de hut werd ik door een paar knobbelzwanen begroet. Ik was alleen in de hut. De plas was nu weer ijsvrij. Van rechts naar links trokken smienten, slob- en tafel-, kuif- en wilde eenden. Een mannetje non, een witte Mondriaan, met prachtige zwarte lijnen, en zeer licht punkkapseltje, een soort van “wave-lok” aan de achterkant van zijn hoofd nam een duik. Hij en zijn van bruine badmuts voorziene vrouw kwamen zeer dicht bij hut. Net als 2 aalscholvers, duikend als kikvorsmannen, omhoogkomend en je doordringend aankijkend met een groen oog. Om 8.45 uur kwam de zeearend uit zijn veren. Ook nu ondernam hij diverse pogingen om aalscholvers te grazen te nemen. Bijna hadden zijn klauwen beet, het water spatte omhoog. De aalscholver dook naar beneden, kwam af en toe omhoog. De zeearend cirkelde er gelijk weer boven. Dit is nou wat je noemt “waterboarding”. Het leek een uitputtingsslag te worden. De aalscholver, de kikvorsman, kon echter lang onder water blijven. De nijlganzen vlogen in formatie met hun witte spiegels om de arend heen. De Canadese ganzen maakten een doordringend geluid. Ook de spechten roffelden nog op de achtergrond. De smient, de fluiteend, floot er nog doorheen. “Welke filmmuziek wil je nog meer?” De arend schijnt bij dit soort aanvallen zeer veel pogingen te moeten doen. In de roofvogelgids van Benny Génsbol staat dat bij meerkoeten wel 43 tot 65 aanvallen zijn waargenomen voordat de zeearend succes had. Onze arend maakte zijn cirkels groter. Hij vloog achter een takkengordijn langs en joeg aan de achterkant hiervan diverse vogels de lucht in. Tot 10 uur ondernam hij t.a.v. de aalscholvers diverse “attacks”, echter zonder resultaat. Het “Bilderbuch” op mijn netvlies werd uitgebreid. Het zitten maakte me koud en stram. 2 mokken koffie brachten wat warmte. Maar ik moest maar eens bewegen.

De hut uit, merkte ik dat de zon pogingen deed om door te breken. In een dode boom in het rietveld zat een blauwe reiger net als ik verkleumd, met z’n hoofd diep in de verenkraag. Z’n houding correspondeerde prachtig met het verloop van de diverse takken. Ik liep richting Jugendstilvilla naar het Diakonessenrusthuisje. De Gaai liet zich hoog in een boom horen, zijn blauw schitterde als een “wingtag”. Goudvink man zat laag in de struiken, het roodoranje van zijn borst stak prachtig af bij het wit van de sneeuwklokjes ervoor. Aan deze kant van de plas liet de vliegende deur zich niet zien. Nog eens terug naar de hut. De boterhammen werden nu ook aangesproken. Vanmiddag voordat ik aan het schaatsen ging zou ik mijn zalmmoot bakken. Daar kon ik me nu al op verheugen. “Hoe zou het de zeearend vergaan?” Onderzoeken hebben geleerd, dat hij gemiddeld 300 gram vogel- of zoogdiervlees of 500 gram vis per dag tot zich moet nemen. “Haliaaetus albicilla laat je nog eens zien en eet es!”

Om 11.30 komt hij tot 12.30 nog een aantal keren te voorschijn. Samen met een vogelaar uit Haren geniet ik nog eens van prachtige glij- en cirkelvluchten. Om 12.00 uur zit ik weer alleen in de hut. Doordat de zon zich wat meer laat zien, is het licht op de bomen aan de rand van de plas mooi. Ook de vogels laten zich nog beter ontwaren. In de verte 3 mannetjes nonnetje met 4 vrouwtjes op een rij. “Vreemd dat de witte nonnetjes niet door de arend aangevallen worden. Zijn het te kleine brokken? Wordt de zwarte aalscholver ook verkozen, omdat hij meer vis in zijn lichaam heeft? Om 12.30 uur zie ik de arend plotseling vanuit een boom hoog opschroeven, mijn hoofd moet diep in de nek, de kijkgaten van de hut zijn snel te klein, ik moet er wat buiten hangen. “Zou hij nu een zoekvlucht boven het foerageergebied ondernemen?” Benny Génsbol meldt dat hij daarbij op zo’n 200 tot 300 m hoogte kan vliegen. De scharnierende deurdelen worden nog even omgeven door een paar kraaien. Het lijken wel musjes. De deur wordt al snel een deurknop, een stip in de lucht en in dit verhaal, een punt.

Harm Jansen
Last edited by Harm on 28 Feb 2008, 16:35, edited 1 time in total.
User avatar
arenaria
Vogelaar
Vogelaar
Posts: 1125
Joined: 10 May 2002, 23:00

Post by arenaria »

Hoi Ana,

hoe zit dit nu? Heb jij dit mooie, poëtische verhaal voor Harm geplaatst, of is Harm een alter ego van Ana Buren?

Groet,

Jan Allex
User avatar
Aart
Vogelaar
Vogelaar
Posts: 537
Joined: 08 Jan 2003, 00:00
Location: Groningen

Post by Aart »

In ieder geval een mooi verhaal!
User avatar
anaburen
Vogelaar
Vogelaar
Posts: 754
Joined: 13 Nov 2002, 00:00
Contact:

Post by anaburen »

Harm Jansen is geen alter ego van mij. Ik schaats niet.
Harm lééft en is een vogelmaatje van mij met een mooie expressieve schrijfstijl.

Ana
Locked

Who is online

Users browsing this forum: Ahrefs [Bot] and 60 guests